“Ze bakken overal brood”

Midden in de lockdown beginnen we een nieuwe rubriek, het portret van Kampen, waar we op straat het portret maken van mensen en aan hen vragen wat ze gelukkig maakt. Gerard bijt het spits af, terwijl ik hem tegen kom op zijn dagelijkse wandeling, niet verder dan een halfuurtje van zijn huis. Hij is 89 maar wordt in juni al 90. Waar word u gelukkig van?

“Als ik thuis kom, dat ik nog gezond ben. Ik ben bijna 90 jaar en ik woon nog helemaal zelfstandig. Dus het gaat prima. ‘s ochtends begin ik met het huishoudelijke werk, voor het eten zorgen, het huis schoonhouden, dan de kleren, en in de namiddag ga ik een uur lopen. Straks kom ik thuis, een kop koffie, een beetje lezen en een uurtje kijken en dan word het vanzelf weer elf uur. Ja, je moet jezelf maar vermaken, en ik ben het wel gewend want ik ben al zes jaar alleen. Ik ben 58 jaar getrouwd. Met dezelfde! Haha! We hebben een zoon en een dochter die beide naar de universiteit zijn gegaan en twee kleindochters die ook allebei de universiteit gedaan hebben.”

Hebben ze dat van u of uw vrouw?

“Ik zeg altijd, een beetje van mijn vrouw, een beetje van mij en een beetje van maggi! Haha, maar de kinderen zeggen altijd, pa je had door moeten leren, maar dat was vroeger niet. Je komt met 12 jaar van school af, en dan is het handjes laten wapperen. Ik ben schipperszoon, ik heb altijd gevaren, eerst bij mijn ouders aan boord, later op verschillende schepen, in Duitsland gezeten, in België en Frankrijk en dan kom je een hele mooi meid tegen. En anderhalf jaar later waren we getrouwd, ik wist niet waar ze vandaan kwam, want ik kwam haar in Frankrijk tegen, ik wist dat ze hollandse was, want ze sprak Nederlands, maar ik wist niet waar ze vandaan kwam. Bleek dat Kampen te zijn! Ik kom van oorsprong uit Vinkeveen, maar als schipperszoon geboren in Amsterdam, maar ik ben geen amsterdammer. Ik kom nergens vandaan, ik heb altijd gevaren. Toen mijn vrouw van het water afmoest hebben we 13 en een half jaar in Limburg gewoond, en toen heb ik een ongeluk gehad in ‘69 waardoor ik niet meer mocht werken. Maar ik kreeg heimwee naar mijn werk, maar het ging helemaal niet goed, toen kwam ik in het ziekenhuis in Sittard terecht, later een paar keer in Maastricht, zegt die dokter daar, je moet je collega’s niet meer zien, je moet weg uit Limburg, waar wil je naar toe? Nou maakt mij niet uit, of ik nou in Den Helder woon of in Breda, ze bakken overal brood. Ik ben overal vreemdeling. Nou zegt hij: ‘waar komt jouw vrouw vandaan?’ Uit Kampen, hij zegt: ‘Ga jij naar Kampen.’ Daar staan ze niet op mij te wachten, hij zegt: ‘Daar heb ik niks mee te maken, we regelen een woning voor jou in Kampen, de verhuiskosten worden betaald, en je krijgt nog een maandloon extra.’ En vanaf ‘72 woon ik in Kampen.”

Vergelijkbare berichten